The Shadowman ‘leefde nog toen hij doodging’
De onlangs overleden ‘godfather of streetart’ Richard Hambleton stapte in het voetlicht met een geschilderde schaduw van zichzelf lang voordat Banksy of Basquiat de straat als hun atelier gebruikten. Ode aan de Shadowman.
The Shadowman is van de aardbodem verdwenen. Richard Hambleton, die in de jaren tachtig met tijdgenoten als Keith Haring en Michel Basquiat deel uitmaakte van de kunstenaarsbende in Lower Manhattan en gespecialiseerd was in spookachtige, levensgrote, anoniem geschilderde silhouetten waarmee hij het straatbeeld versomberde, stierf zondag 5 november in een kamertje in zijn oude buurt. Hij was vijfenzestig jaar.
Kristine Woodward, zijn galeriehoudster, weet niet onder welke omstandigheden hij zijn laatste adem uitblies. Hambleton leed aan huidkanker en vergroeiingen van zijn wervelkolom. Bovendien was hij al vrijwel zijn hele leven zwaar drugsverslaafd.
Opgegroeid in Vancouver reisde hij samen met zijn toenmalige vriendin Jenny Holzer naar New York. ‘Ik wilde schilder worden, maar conceptuele kunst was toen helemaal the thing.’ Hij verspreidde, aanvankelijk anoniem, honderden van zijn zwarte, dreigende figuren vooral in Lower East Side en verwierf daar zijn bijnaam. Er was een tijd dat hij Shadowman ook op schildersdoek en papier tot leven wekte, waaruit een lucratieve handel ontstond die hem internationale bekendheid opleverde. Hij kreeg zelfs tentoonstellingen in Europa en hij schilderde Shadowman op muren in Venetië en op de Berlijnse Muur.
‘‘Basquiat ging in elk geval gewoon dood, weet je. Ik leefde nog toen ik doodging. Dat is het probleem’
’
Maar zijn verslaving kreeg steeds weer de overhand. Toen hij in een korte periode van economisch welvaren dacht dat hij onbekommerd zeegezichten en landschappen kon gaan schilderen, bleek dat werk niets op te leveren en was hij weer genoodzaakt Shadowman uit de kast te halen, om hem desnoods te ruilen voor een warme maaltijd.
‘Hij was charismatisch, maar ook zo’n manipulator dat je hem vrijwel niet kwijtraakte als je onder zijn invloed kwam,’ zegt Woodward. Zij en haar man exposeerden niet alleen zijn werk, maar zochten ook woonruimte en een plek om te werken voor hem als hij weer eens blut was. Woodward: ‘Hij had hét gewoon. Zijn omgeving kon hem niet schelen. Hij zou in een doos op straat bivakkeren. Het enige wat hij echt nodig had was verf.’
Keith Haring stierf als eenendertigjarige aan aids, Basquiat als zevenentwintigjarige aan een overdosis. In een filmdocumentaire uit 2014, die nog niet is vertoond, zegt Hambleton: ‘Basquiat ging in elk geval gewoon dood, weet je. Ik leefde nog toen ik doodging. Dat is het probleem.’










